Criteria

Bedrijven, zelfstandigen en vrije beroepen die wensen gebruik te maken van de KMO-portefeuille of de KMO-subsidies, dienen te voldoen aan de gestelde voorwaarden.

Hierna informeren wij u reeds graag over de belangrijkste voorwaarden op heden.

De belangrijkste elementen richten zich op het feit of uw onderneming beantwoordt aan de Europese definitie voor KMO of vrijberoep.  Daarnaast dient u na te gaan of de rechtsvorm van uw onderneming aanvaardbaar is en of uw hoofdactiviteiten ook in aanmerking komen voor respectievelijke financiële ondersteuning.  

Tenslotte zijn Vlaamse subsidies enkel bedoeld voor Vlaamse ondernemingen én dient men soms rekening te houden met de Europese de-minimis-regeling bij subsidies.

Het bedrijf is een KMO (Europese definitie) of vrij beroep

De KO of kleine onderneming is een zelfstandig bedrijf met minder dan 50 werknemers én met een jaarlijkse omzet van maximum € 10 miljoen of een balanstotaal van maximum € 10 miljoen.  Een KO kan tot 7.500,- EUR als 30% tussenkomst bekomen via de KMO-portefeuille en jaarlijks bijkomend eveneens tot 2.500,- EUR als 50% tussenkomst via de KMO-subsidie, die (zonder enige verrekening) volledig los van mekaar staan.

De MO of middelgrote onderneming is een zelfstandig bedrijf met minder dan 250 werknemers én met een jaaromzet van maximum € 50 miljoen óf een balanstotaal van maximum € 43 miljoen. Een MO kan tot 7.500,- EUR als 20% tussenkomst bekomen via de KMO-portefeuille en jaarlijks tevens bijkomend tot 2.500,- EUR als 50% tussenkomst via de KMO-subsidie, die (zonder enige verrekening) volledig los van mekaar staan.

Een onderneming die vaststelt dat zij op het laatst afgesloten boekjaar deze criteria overschrijdt, verliest de hoedanigheid van KO of MO wanneer die situatie zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet. Ook omgekeerd herwint een bedrijf dan haar hoedanigheid van KO of MO. Wanneer de onderneming geen zelfstandig bedrijf is, moeten voor de berekening van deze criteria ook de gegevens van andere ondernemingen geconsolideerd worden. Een bedrijf verliest zijn zelfstandigheid wanneer er een of meerdere partnerondernemingen of verbonden onderneming is zijn. Partnerondernemingen zijn ondernemingen waartussen een deelnemingsrelatie - direct of samen met een of meer verbonden vennootschappen - bestaat van 25% of meer van het kapitaal of de stemrechten. Verbonden ondernemingen zijn bedrijven waartussen een deelnemingsrelatie (direct of via een andere onderneming) bestaat van meer dan 50% van kapitaal of stemrechten.

De huidige rechtsvorm van de onderneming is aanvaardbaar

Om steun te kunnen genieten dient een onderneming over een aanvaardbare rechtsvorm te beschikken. Deze rechtsvormen zijn:

  • de natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen
  • handelsvennootschappen van privaat recht met rechtspersoonlijkheid
  • burgerlijke vennootschappen van privaatrecht met handelsvorm
  • buitenlandse ondernemingen met een gelijkaardig statuut
Handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn:

  • BV: besloten vennootschap (blijft bestaan vanaf 2020)
  • CV: coöperatieve vennootschap (blijft bestaan vanaf 2020)
  • NV: naamloze vennootschap (blijft bestaan vanaf 2020)
  • BVBA: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
  • COMM.V.A.: commanditaire vennootschap op aandelen
  • COMM.V.: gewone commanditaire vennootschap
  • CVBA: coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
  • CVOA: coöperatieve vennootschap, onbeperkte aansprakelijkheid
  • EBVBA: besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
  • ESV: economisch samenwerkingsverband
  • SCE: Europese Coöperatieve vennootschap
  • SE: Societas Europaea, Europese vennootschap
  • VOF: vennootschap onder firma
Volgende ondernemingen (die geen rechtspersoonlijkheid hebben) komen niet in aanmerking:

  • de maatschap (blijft bestaan na 2020)
  • de tijdelijke handelsvennootschap
  • de stille handelsvennootschap
  • de feitelijke vereniging

De hoofdactiviteit is aanvaardbaar volgens de NACEBEL-code op de KBO

Enkel bedrijven en zelfstandigen met een aanvaardbare hoofdactiviteit kunnen de KMO-subsidie en/of de KMO-portefeuille gebruiken.

De KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) houdt voor alle bedrijven de hoofdactiviteiten bij middels de NACE-code. Staat die NACE-code van de hoofdactiviteit op de lijst met aanvaardbare hoofdactiviteiten, dan kom je in aanmerking voor de subsidiëring cfr. VLAIO.be/nl/media/179.

Maar wat is nu je hoofdactiviteit? Dat is - logischerwijs - degene die het meest omzet genereert. Je kan dus gebruikmaken van de kmo-portefeuille als díé activiteit op de lijst staat.

Het bedrijf is gevestigd en de werkenden zijn actief in het Vlaams Gewest

Een werkende in een bedrijf is een persoon die voldoet aan één van de volgende beschrijvingen:

  • iemand die met een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld en zijn/haar beroepsactiviteit uitoefent binnen een onderneming waarvan de exploitatiezetel is gelegen in het Vlaamse Gewest en die ingeschreven is bij de RSZ (dit impliceert geen jobstudenten);
  • een persoon die voornamelijk als zaakvoerder of actieve vennoot is aangesloten bij het RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale Verzekering van Zelfstandigen) of bij een erkende SVZ (Sociale Verzekeringskas voor Zelfstandigen);
  • een natuurlijk persoon die koopman is of een zelfstandig vrij beroep uitoefent;
  • een helper van een zelfstandige die onderworpen is aan het sociaal statuut;
  • een meewerkende echtgenoot/echtgenote of wettelijk samenwonende partner (die onderworpen is aan het sociaal statuut der zelfstandigen)

De Europese ‘de-minimis-regel’ is ook van toepassing voor de KMO-portefeuille

Deze maatregel valt onder de toepassing van de Europese de minimis-regelgeving.  Hierdoor mag alle de-minimissteun aan het bedrijf over 3 jaar gespreid niet meer dan € 200.000 bedragen.  Voor meer info: cfr. vlaio.be/nl/subsidies-financiering/kmo-portefeuille/wat-is-de-kmo-portefeuille.